Jan Stuyt (S.J.), deken van Nijmegen.

Er is moed voor nodig om gregoriaanse muziek van acht eeuwen geleden te verbinden met het thema geweld tegen vrouwen. Toch is dat precies wat de Nijmeegse Schola Cantorum Karolus Magnus doet op een recent uitgebrachte cd. Een bespreking.
Luisteren naar oude religieuze muziek riskeert een esthetisch genoegen te worden voor hoger opgeleiden dat zelfs in seculiere kringen bon ton is, zoals de jaarlijkse uitvoeringen van de Matthäus Passion. Als een gezelschap goeddeels gepensioneerde heren zich inzet voor het – op voortreffelijk wijze – ten gehore brengen van het Middeleeuwse kerkmuziek valt te vrezen dat het een fraaie ‘uitvoering van een ritueel’ wordt, los van enig contact met de werkelijkheid. Maar dat is niet gebeurd – integendeel. Op de nieuwe cd The Martyred Virgins worden de liturgische gezangen voor maagden martelaressen tot een monument voor vrouwen die door de eeuwen heen verkracht en mishandeld werden.

Verlos ons…
De gregoriaanse gezangen, Latijnse teksten op oude eenstemmige melodieën, worden gezongen volgens de laatste inzichten over de juiste uitvoering. De cd opent met een lange rij van namen van martelaressen: Agnes, Anastasia, Lucia, Cecilia … telkens beantwoord met de bede “Ora pro nobis”, “Bid voor ons”. De afsluiting is opnieuw een Latijnse litanie, dan met het antwoord “Verlos ons Heer”: van huiselijk geweld, van eerwraak, van seksuele uitbuiting, van vrouwenhandel…
Tussen de psalmen, antifonen en hymnes klinken lezingen: in het Latijn van Ambrosius over de marteldood van de Heilige Agnes, in het Engels onder meer over de stap van Keetje Tippel naar de prostitutie, over systematische verkrachting in Ruanda en uit het boek The Magdalen van Marita Conlon-McKenna over een huis van Ierse nonnen voor ongehuwde moeders. Zo wordt de cd een monument en plaats van herinnering voor vrouwen die getroffen werden door geweld – in het eigen gezin, in de kerk, in uitbuiting of in de oorlog. Toen ik onlangs een uitvoering van deze gezangen en lezingen bijwoonde moest ik alsmaar denken aan de uitspraak van Dietrich Bonnhoefer uit 1938: “Nur wer für die Juden schreit, darf auch gregorianisch singen” – alleen wie zijn stem verheft voor de Joden mag ook gregoriaans zingen.

Woordkeuze
Heleen Mees schreef in 2008 in NRC Handelsblad dat er een monument zou moeten komen voor vrouwen die de eeuwen door blootgesteld werden aan geweld. Deze cd is zo’n gedenkteken. Het voorbereiden van dit project begon al in 2004. De publicaties over seksueel misbruik binnen de kerk kwamen later, toen het project al lang onderweg was – het heeft de makers nog voorzichtiger gemaakt in hun woordkeuze en opzet.
De cd van de Schola Cantorum Karolus Magnus onder leiding van Stan Hollaardt wordt nogmaals gepresenteerd op 25 februari in de Ontmoetingskerk in Nijmegen en op 8 maart, Internationale Vrouwendag, in de Tweede Kamer in Den Haag.

terug