De Schola zingt de eenstemmige muziek die eeuwenlang geklonken heeft in kerken en kloosters: het gregoriaans! Voor deze oude middeleeuwse muziek is in de afgelopen decennia in brede kring een nieuwe fascinatie ontstaan. De Schola stelt zich ten doel het authentieke gregoriaans als kostbaar cultureel en liturgisch erfgoed te bewaren, te propageren en — door het in deze tijd te plaatsen — ook te actualiseren.

Wij zingen graag gregoriaans, goed gregoriaans! We willen daarmee een bijdrage leveren aan het behoud van het authentiek gregoriaans als kostbaar cultureel erfgoed. Behoud van het gregoriaans is allereerst gediend met het zingen ervan. Zonder uitvoeringspraktijk geen levend gregoriaans. Met een zo oorspronkelijk mogelijke uitvoering van gregoriaanse gezangen, zowel concertmatig als binnen een liturgisch kader, wil de Schola:

  • haar toehoorders de zuivere schoonheid, rijkdom en weldadige werking van deze eeuwenoude liturgische gezangen laten ervaren,
  • de belangstelling voor deze muziek bevorderen
  • en tenslotte de bekendheid van deze muziek vergroten.

Ons doel willen we bereiken door werving en opleiding van zangers, het houden van repetities en audities, het verzorgen van uitvoeringen, het deelnemen aan muziekconcoursen, het opluisteren van kerkelijke vieringen, het geven van cursussen, het voorzien in publicaties (boeken en cd’s) en het beheren van de eigen website.

Over het propageren en actualiseren van het gregoriaans, zie het interview met Stan en Jos, september 2022, in ‘Drieklank’ 

Om de gregoriaanse gezangen ten gehore te kunnen brengen op een wijze zoals de componisten destijds vermoedelijk voor ogen hebben gestaan, wordt in Schola-verband studie gemaakt van de semiologie, de leer die zich bezighoudt met de verklaring van de tekens (neumen) zoals die in de handschriften boven de teksten zijn vermeld. De neumen geven weinig nauwkeurige informatie over de melodie, maar des te meer over de ritmiek die bij het zingen moet worden betracht. De Schola baseert zich in haar studie op vroegmiddeleeuwse handschriften en plaatst  zich daarmee in de traditie van Solesmes en de daar begonnen restauratie van het gregoriaans.