Jerry Korsmit in Tijdschrift voor gregoriaans, jaargang 31 nr. 3, september 2006

Afgelopen voorjaar verscheen de vijfde cd-opname van de Schola Cantorum Karolus Magnus o.l.v. Stan Hollaardt.
Uitgangspunt was het schetsen van een beeld van Christus, Imago Christi, zoals dat in de loop der tijden in het gregoriaans is ontstaan. Men onderscheidt hierbij 4 periodes:
1. de apostolische tijd en de eerste eeuwen van onze jaartelling
2. de periode van de Kerkvaders en de eerste belangrijke concilies
3. de middeleeuwen
4. de periode vanaf de 16e eeuw tot heden.
De samenstellers van dit programma zijn hierbij uitgegaan van de onderliggende tekst. Toch komen er moderne composities uit de Solemniaanse hoek aan bod in de eerste twee periodes en zijn er oude teksten gebruikt op nieuwe muziek in de twee laatste periodes. Dankzij een zeer uitgebreid booklet van meer dan 40 bladzijden en in drie talen, Latijn, Nederlands en Engels, komt men als lezer meer aan de weet over de gekozen gezangen. Wetenswaardigheden over tekst en muziek wisselen de gezangen af.
Ook elke afzonderlijke periode heeft een inleiding. Al bladerend en lezend krijgt men inderdaad een beeld van hoe men in de voorbije eeuwen met de man Jezus is omgegaan en hoe vooral de kerk het beeld van deze man heeft bepaald. Juist de liturgie was het middel bij uitstek om de gelovigen het ‘juiste’ beeld van Christus op te leggen. Vooral in de tijd van de Kerkvaders en (toenmalige) concilies krijgt men een goed beeld van de politieke lading van sommige gezangen.Als extra is er ook nog gedacht om van elk gezang te vermelden welke bron men heeft gebruikt. Dit varieert van Graduale Triplex tot het Milanese Antiphonale Missarum. Een klein punt van kritiek is dat de index niet overal klopt.
Al met al is deze dubbel-cd meer een naslagwerk dan een luister cd. Het noodgedwongen ontbreken van een liturgische context is hier zeker debet aan. De gezangen worden zo tot een opsomming en dat bemoeilijkt mijns inziens het in zijn geheel beluisteren van deze opname.
De cd bevat 26 tracks, waarvan er een aantal zijn met solostemmen. Dit bevordert de afwisseling, maar helaas zijn niet alle stemmen even geschikt om solo te zingen bij een opname.Daar komt nog bij dat de solozanger nog al ver weg klinkt in tegenstelling tot de forse maar enigszins saaie koorklank. Donkerder kleuren van de open klinkers zou tot een fraaiere klank hebben geleid. Over het algemeen zingen de zangers goed samen en is er ook echt gewerkt aan een interpretatie.
Het lijkt de zangers echter te ontbreken aan affiniteit met het officierepertoire. Dit wreekt zich vooral in de psalmodie. Naar mijn smaak wacht men te lang tussen de afzonderlijke verzen en te kort na het eerste halfvers. Ook klinkt het me te gedirigeerd. Het komt daarmee wat kunstmatig en daarmee onnatuurlijk over.Nog een eigenaardigheid is de doxologie bij psalm 109. Hier zingt men geen twee afzonderlijke halfverzen, maar zwelt men aan op ‘patri’ en zonder pauze zingt men ‘et Spiritui Sancto’ er aan vast.
Ook het hymnezingen heeft mij bevreemd.In plaats van lettergrepen weg te laten, de cursief gedrukte woorddelen in de uitgaven die men gebruikt heeft, voegt men noten in het dubbele tempo toe om zo het metrum intact te laten. Dit klinkt zeer onnatuurlijk en haastig.
Door de bank genomen is de kwaliteit van deze cd goed te noemen. Er klinken ervaren en bewogen zangers en er wordt een interessant programma gebracht. Iets meer tempo had de opname als luisterplaat geschikter gemaakt.

Terug