Herman Simissen in het tijdschrift STREVEN, aflevering van april 2016

Op 17 juli 2012 overleed in zijn woonplaats Berg en Dal (bij Nijmegen) de Nederlandse dominicaan Augustinus Hollaardt, op 88-jarige leeftijd.
Vrijwel zijn gehele werkzame leven stond in het teken van de bestudering van de liturgie in haar verschillende aspecten. Daarbij had Hollaardt bijzondere aandacht voor de plaats van de gregoriaanse zang binnen de liturgie.
Over dit onderwerp heeft hij, in verschillende tijdschriften, een groot aantal artikelen gepubliceerd. Een selectie uit deze artikelen, aangevuld met enkele nieuwe bijdragen – geschreven vanaf het begin van de jaren zeventig van de vorige eeuw tot kort voor het overlijden van de auteur – is bijeengebracht in de uitgave Hoogtepunten uit de gregoriaanse traditie, die postuum is verschenen: Hollaardt heeft de publicatie niet meer mogen beleven, al wist hij dat zij aanstaande was.

De benadering van Hollaardt kenmerkt zich steeds door grote aandacht voor enerzijds de historische ontwikkeling van de gregoriaanse traditie, en anderzijds de plaats en betekenis van de besproken gezangen in de liturgie. De geselecteerde artikelen zijn door een driehoofdige redactie gegroepeerd rond vijf thema’s, waarvan het eerste ‘De liturgie en het gregoriaans in West Europa’ – een inleidend karakter heeft. In de bijdragen over dit thema benadrukt de auteur dat noch de liturgie zoals we die tegenwoordig kennen, noch de gregoriaanse zang teruggaat op het oude christelijke Rome, ook al wordt dit niet zelden gedacht. Beide hebben tal van invloeden ondergaan, waaronder vooral die van de Karolingische Renaissance, rond 800, van grote betekenis is geweest.

Volgende thema’s zijn ‘De getijden van de dag’, ‘Maria-antifonen’, ‘De Misliturgie’ en ‘Het kerkelijk jaar’. In het deel over Maria antifonen (een antifoon is een beurtzang) gaat de aandacht onder meer uit naar het loflied Sub tuum praesidium (‘Onder uw bescherming’), dat blijkens een papyrusfragment dat in Egypte werd gevonden al stamt uit de vierde eeuw en daarmee het oudst bekende gebed tot Maria is. Het is daarom zo uniek, omdat het stamt uit een tijd waarin het christendom nog geen schisma kende; dit verklaart waarom dit loflied ook nu nog een plaats heeft in verschillende tradities. Het deel over het kerkelijk jaar omvat onder meer een prachtige analyse van het Rorate Caeli, het zo mooie en geliefde Adventslied. Jammer genoeg is de auteur er niet meer toe gekomen, de liturgie en gezangen van Pasen en Pinksteren te beschrijven.

Hoogtepunten uit de gregoriaanse traditie is een bijzonder boek: de auteur geeft enerzijds blijk van een indrukwekkende kennis van zaken en een brede eruditie, en anderzijds van een grote liefde voor de gregoriaanse muziek. Maar het opmerkelijke is, dat dit niet heeft geleid tot een studie voor gevorderden: het boek kenmerkt zich door een hoge mate van toegankelijkheid, onder meer doordat het Latijn steeds wordt vertaald, en doordat de teksten van de gezangen waar nodig nader worden toegelicht.
Bijzonder ook is de samenwerking met de gregoriaanse Schola Cantorum Karolus Magnus uit Nijmegen: dit koor heeft geluidsopnames gemaakt van veel van de liederen die in deze uitgave worden besproken; deze opnames kunnen op haar website worden beluisterd. Dit vanuit de gedachte, dat men muziek uiteindelijk niet leert kennen door erover te lezen, maar door ernaar te luisteren (of in dit geval, beter nog: door haar te zingen…). Al met al is dit een uiterst interessant en leerzaam boek, geschikt als eerste kennismaking met de gregoriaanse traditie, maar niet minder belangwekkend voor ingewijden.

terug